Begin met het wassen van de coquilles onder stromend koud water en leg ze vervolgens in een doek om ze te drogen.

Snijd de coquilles in blokjes en doe ze in een kom.

Snijd de lente-ui in dunne ringen en doe ze ook in de kom.

Spoel de sinaasappelschoon en rasp een tl van de schil. Snijd dan met een scherp mes de boven- en onderkant van de sinaasappelschil af en snijd dan de schil langs de zijkanten eraf.

Houd de sinaasappel in je hand en snijd de partjes uit het witte membraan.

Houd 2 partjes apart voor de garnering en snijd de rest van de partjes in kleine blokjes. Doe dit samen met de sinaasappelrasp ook bij de coquilles.

Meng alles in de kom met elkaar en voeg Sriracha, olijfolie, peper en zout naar smaak toe.

Zet het een half uurtje afgedekt in de koelkast.

Verdeel de tartaar over 2 coquilleschelpen, glaasjes of bordjes.

Garneer met een partje bloedsinaasappel.