Plet de aardappelen met een pureestamper of met de bodem van een zware pan.

Doe de geplette aardappelen in een grote, brede bakpan (groot genoeg om de aardappelen in één laag te kunnen leggen).

Giet er net genoeg olie in om de aardappelen te bedekken en zet de pan op middelhoog vuur.

Gaar gedurende 10-15 minuten tot de aardappelen zacht en goudbruin zijn. Je wilt niet dat de olie hard spat of borrelt, maar alleen maar pruttelt.

Zodra de aardappelen klaar zijn, zeef je voorzichtig het grootste deel van de olie eruit (bewaar het voor een ander recept); laat net genoeg over om de aardappelen te bedekken.

Kneus de koriander- en komijnzaadjes grof en roer ze door de aardappelen met het zeezout en bak dit even mee.

Giet dan de rode wijn erbij.

Breng aan de kook, doe het deksel op de pan en laat 5 minuten koken, tot ze van binnen zacht zijn geworden en de aroma's van de korianderzaadjes en de wijn hebben opgenomen.

Haal van het vuur.

Serveer direct als bijgerecht of laat afkoelen en eet als tussendoortje.