Snipper de sjalotjes, hak de knoflook fijn en snijd het spek in stukjes. Dep de kip droog.
Bestrooi de kip met peper en rozemarijnzout. Smelt roomboter in de pan en bak hierin de kippendijen rondom goudbruin. Haal de kippendijen uit de pan en leg ze even op een bord.
Doe sjalot, knoflook en spek in de pan en bak het aan tot de sjalot glazig wordt.
Doe dan de bloem in de pan en bak deze 2 minuten mee.
Schep de mosterd in de pan en verkruimel het bouillonblokje erboven. Schenk de Calvados en cider in de pan en roer de aanbaksels los. Breng de saus aan de kook.
Leg de kip weer terug in de pan en schuif de pan vervolgens 45 minuten in de oven tot de kip helemaal gaar is. Haal dan de pan uit de oven en haal de kippendijen eruit.
Meng de crème fraîche door de saus en zet de pan op het vuur om de saus in te laten koken tot een dikke saus. Leg dan de kippendijen weer in de pan.
Snijd ondertussen de appels in parten en bak ze in een andere pan in een klontje roomboter goudbruin. Meng de appelpartjes door het gerecht en zet de pan op tafel.