Mocht je dit knobbelige knolletje zien liggen bij de groenteboer, koop ze dan snel en maak er dit heerlijke recept van. Geroosterde aardperen met citroen en honing en een beetje pittige mosterd moet je eens proberen! Een heerlijke manier om de aardpeer te verwerken als bijgerecht. Rooster de aardperen tot ze krokant van buiten en heerlijk zacht van binnen zijn.
Aardperen
Aardpeer is een knolletje met een zoetige smaak. In Frankrijk noemen ze de knollen ‘topinambour’ en in Engeland ‘Jerusalem artichoc’. De smaak van aardpeer is tamelijk bijzonder en vooral in dit recept.
Een hele verse aardpeer is crèmekleurig. Door het licht wordt de kleur van de knol violet/lichtbruin. Let er bij het kopen op dat de knollen niet verschrompeld zijn maar wel goed stevig aanvoelen, dan heb je verse te pakken.
Aardpeerknollen zijn licht verteerbaar, heel erg voedzaam en ook nog goed voor je. Het enige nadeel ervan is dat je er erg winderig van wordt, manlief was daar niet zo blij mee.
De smaak van de knol is iets zoet en heeft iets van de smaak van een artisjok.
Aardperen worden op kleine schaal geteeld. In het najaar te koop in de biologische winkels, bij de groenteboer of op (biologische) markten. Ik moet zeggen dat ze steeds moeilijker verkrijgbaar zijn en dat is jammer.
De verse crèmekleurige aardpeer kan met schil gegeten worden de oudere knollen moet je schillen. Schrob ze wel goed schoon als je ze met schil eet, anders blijft er zand aan zitten en dat is niet lekker.
De knollen kook je ongeveer 10 à 15 minuten met een beetje water (niet te lang koken, anders vallen ze uit elkaar). Je kan ze ook in plakjes snijden en (roer)bakken, of in een soep of risotto gebruiken of er een puree van maken. Rauw geraspt in een salade is ook erg lekker, ze smaken dan wat nootachtig. En probeer ook eens deze aardpeergratin.